Duizeligheid bij ouderen
Duizeligheid is een van de meest uitdagende symptomen in de geneeskunde. Het is moeilijk te definiëren, onmogelijk te meten, een uitdaging om te diagnosticeren en lastig te behandelen.
Deze uitspraak van Philip D. Sloane uit 2001 is nog altijd actueel.
Ongeveer 8,3% van de mensen boven de 65-jaar nemen 1x per jaar contact op met de huisarts wegens duizeligheid. Vanaf 65 jaar komt duizeligheid vaker voor bij vrouwen dan bij mannen, maar na 85 jaar verdwijnt dat verschil. Duizeligheid wordt omschreven als een desoriëntatie van je lichaam t.o.v. van de ruimte. Het brein ontvangt informatie vanuit het evenwichtsorgaan, de ogen en van zintuigen in het lichaam. Als deze systemen niet dezelfde informatie aan het brein geven kan er duizeligheid ontstaan. Duizeligheid kent vele oorzaken en daarbij ook verschillende vormen. Hieronder staat een beperkt aantal voorbeelden:
- Aandoeningen van het hart/bloedvaten zijn bij 65% van de ouderen de oorzaak van duizeligheid. Hierbij ervaart met vaak het gevoel van flauwvallen, licht in het hoofd.
- BPPD (Benigne Paroxysmale Positie Duizeligheid), veroorzaakt kortdurende episoden van bewegingsafhankelijke draaiduizeligheid.
- Acute ontsteking van het evenwichtsorgaan, veroorzaakt langdurige draaiduizeligheid voor een aantal dagen. Na de acute ontsteking kan een gedeelte van het evenwichtsorgaan zijn uitgevallen waardoor er sprake kan zijn van Oscillopsie (schommelend/dansend beeld tijdens hoofdbewegingen) en balansstoornissen, vnl. in het donker.
- Ziekte van Ménière, aanvallen van draaiduizeligheid i.c.m. gehoorverlies en afname van functie van het evenwichtsorgaan.
- Neurologische aandoeningen, zoals MS, Parkinson, polyneuropathie (uitval van gevoel in de voeten/benen), of na een beroerte kunnen verschillende vormen van duizeligheid veroorzaken.
- Orthostatische hypertensie is een duizeligheidsvorm waarbij de bloeddruk zakt op het moment dat u omhoog komt tot stand vanuit zit of lig. Duizeligheid wordt omschreven als het “zwart worden voor de ogen”.
- Hyperventilatie, paniekstoornissen of angst zijn ook veroorzakers van duizeligheid die omschreven wordt als draaiduizeligheid, afwezig gevoel in het hoofd of onstabiel.
- Bepaald medicatiegebruik heeft als bijwerking duizeligheid.
Bij ouderen boven de 65 jaar zien wij vaak mengvormen van duizeligheid. Dit ontstaat omdat mensen boven deze leeftijd meer risico hebben om meerdere aandoeningen tegelijk te krijgen, zoals hart/vaatziekten, neurologische stoornissen, diabetes, BPPD. Ook neemt daarbij het medicatiegebruik toe na deze leeftijd.
Ze hebben onderzoek gedaan naar factoren die vaker voorkomen bij mensen die duizeligheidsklachten ervaren op latere leeftijd. Deze zijn
- alleen wonen
- een laag opleidingsniveau
- en een voorgeschiedenis in hart- en vaatziekten (hypertensie).
Als u naast duizeligheid ook andere symptomen ervaart zoals: acuut gehoorverlies, spraakstoornissen, slikstoornissen, verlammingen in gevoel en beweging dan wordt er geadviseerd om medische hulp in te schakelen.
Wat kunt u doen als u last heeft van duizeligheid
In eerste instantie gaat u naar uw huisarts, deze zal een eerste screening doen en u mogelijk doorverwijzen, medicijnen voorschrijven of juist uw medicijnen aanpassen. U kunt doorverwezen worden naar een KNO arts of naar een gespecialiseerde fysiotherapeut. U kunt ook zonder verwijzing naar een gespecialiseerde fysiotherapeut, deze zal dan een screening uitvoeren om te bepalen welke vorm duizeligheid u heeft. Aan de hand van bepaalde testen en vragenlijsten zal een persoonlijk behandelplan met u opgesteld worden. De fysiotherapeut is gespecialiseerd in het geven van de juiste voorlichting, handelingen voor behandelen van verschillende vormen van BPPD en het stapsgewijs opbouwen van een habituatie- en/of trainingsprogramma. Indien de fysiotherapeut de duizeligheidsklachten niet vertrouwt of niet als zodanig kan behandelen, zal er contact opgenomen worden met uw huisarts.