Fysiotherapie in de regio Uithoorn en Amstelveen

Triggerfinger (Tenosynovitis stenosans/Springvinger)

Wanneer de vinger met moeite gestrekt kan worden en vervolgens met een schokje of hapering rechtschiet kan vermoedelijk sprake zijn van een triggerfinger. Deze klachten worden meestal veroorzaakt door een verdikte pees die door een tunnel (pully) glijdt in de vingers. Bij een aantasting van de duim kan je spreken van een triggerthumb of een springduim. Bij een triggerfinger gaat het altijd om de pezen aan de binnenzijde van de hand (handpalmzijde), die de vingers doen buigen. Deze pezen lopen normaal door een zogenaamde tunnel (pully’s) die er voor zorgen dat de pees op zijn plaats blijft en de krachten als katrol worden doorgeven.

Als een plaatselijke verdikking (noduli) in de buigpees ontstaat kan het voorkomen dat de knobbel niet meer door de pully past. Dit veroorzaakt met name bij het strekken een hapering van de vinger. De buigpees word dan namelijk als een touwtje in de richting van de vingertoppen getrokken, waardoor de knobbel door de pully heen moet. In eerste instantie wordt deze tegengehouden en schiet vervolgens in een keer door de pully. Het probleem bevindt zich altijd bij de pully wat zich net aan het begin/onder de vinger bevindt.

Vrouwen hebben meer kans op een triggerfinger dan mannen. De leeftijd waar de triggerfinger het meest voorkomt is tussen de 40ste en 70ste levensjaar. Meestal beginnen de klachten met een vervelend of pijnlijk gevoel net onder de vinger, later zal de soepelheid van het bewegen (strekken en buigen) van de vingers verminderen.

Klachten en Symptomen;
– Pijn zit altijd aan de volaire zijde (handpalm zijde) van de hand, aan het begin van de vinger.
– De vinger hapert (triggert) bij het strekken van de vingers, schiet bij het doorgaan van bewegen in een keer door.
– Soms moet je zelf de vinger helpen om te kunnen strekken.
– Het kan zijn dat er een verdikking is net onder de vinger.

Behandelingen en herstel;
In eerste instantie zal een handtherapeut kijken naar de klachten. Afhankelijk van de klacht zal hij de therapie starten. Dit kan een mobilisatie techniek zijn, waarbij hij/zij de vingers onbelast laat bewegen, zodat de buigpezen soepel blijven. Ook kan er gekeken worden naar een spalk, waarbij de buigpees niet meer door de pully kan en hierdoor rust ontstaat die de pees nodig heeft. Soms wordt een injectie met corticosteroïden gegeven. Dit geeft in de meeste gevallen een verbetering. Als ook dit geen oplossing biedt, dan kan de pully operatief gekliefd (opengemaakt/gesneden) worden zodat de pees weer soepel kan bewegen.